Zingen is ook een vorm van muziek (maken). Naast de instrumenten die je kan gebruiken om muziek te maken, kan je je stem gebruiken als instrument, door te zingen. Als je zingt spreek je bepaalde woorden en zinnen met verschillende toonhoogtes uit, op de melodie van een liedje.
Je kan solo (in je eentje) een lied zingen, met een heel orkest, in een koor, met een band of helemaal zonder muziekinstrumenten erbij; dit wordt ‘a capella’ genoemd.
Maar wat gebeurt er eigenlijk als je zingt? Als je zingt gebruik je je stembanden (kleine spieren in je keel), net als bij praten. Je stembanden zijn een soort van poortjes die de luchtpijp kunnen afsluiten/ Als je inademt gaan ze open, zodat er lucht naar je longen kan. En als je uitademt zijn ze gesloten. Je zingt op een uitademing. Hierdoor bouwt de luchtdruk zich op en komt de lucht naar buiten, waardoor vervolgens de stembanden tegen elkaar aan trillen. Door de trilling ontstaat er een geluid. Het klinkt hoger als de trilling sneller gaat.
Muziek en zingen bestaat al heel erg lang. In de prehistorie werd al muziek gemaakt, dat deden de mensen door middel van hun handen, voeten en stem. Ook werd muziek later belangrijk in de kerk. Er werd eerst vooral veel muziek gemaakt met de stem, er werden amper muziekinstrumenten gebruikt. Later werd de muziek ingewikkelder, omdat men ook muziekinstrumenten ging gebruiken. Hierdoor werd het opgeschreven met noten.
Er zijn tegenwoordig heel veel bekende en populaire artiesten; een paar voorbeelden zijn Justin Bieber, Ariana Grande, Taylor Swift en Shawn Mendes. Ook de muziek van oudere/al overleden artiesten wordt nu nog steeds beluisterd. Dit zijn artiesten zoals Michael Jackson en Elvis Presley.
Muziek 