Wat is muziek?

Het lijkt misschien een beetje een makkelijke vraag, maar het antwoord is niet zo eenvoudig. De meest simpele uitleg van muziek is: geluid. Als je muziek maakt, ben je eigenlijk gewoon geluid aan het maken. En geluid is iets wat je kan horen met je oren.

Maar natuurlijk is muziek niet zomaar geluid. Het is meer dan dat. Muziek bestaat uit geluid met verschillende hoogtes. Die verschillende hoogtes noemen we ‘tonen’.

Er bestaan hoge en lage tonen. Sommige tonen kun je lang horen, maar andere tonen kunnen juist heel kort zijn.

Muziek kan gemaakt worden door een stem, of door muziekinstrumenten. Ik kom hier in hoofdstuk vijf en zes op terug.

Muziek lezen

Muziek wordt opgeschreven. Maar dan niet met letters en woorden, zoals bijvoorbeeld in een boek. In de muziek worden andere tekens gebruikt, namelijk noten. Een muzieknoot geeft aan welke toon je moet maken met een instrument of met je stem. En de noot laat zien hoe lang je de toon moet maken. Het is belangrijk om te weten wat het verschil is tussen een toon en een noot. Een toon is het geluid dat je maakt met je stem of een instrument. Een toon kan je dus horen. Een noot is een symbool dat op papier staat. Een noot kan je dus zien, of lezen.

Muzieknoten

Om muziek goed te kunnen spelen, moet je weten hoe lang een toon gespeeld of gezongen hoort te worden. Dit kan je bepalen door de noten te tellen. Een noot kan bijvoorbeeld een tel lang zijn, of twee tellen, of drie, enzovoort. Hoeveel tellen een noot is, kan je zien aan hoe de noot eruitziet. Er bestaan hele noten, halve noten, kwartnoten en achtste noten. Het schema hieronder laat zien hoeveel tellen elke noot heeft. Voor muziekinstrumenten worden de eerste 7 letters van het alfabet gebruikt om de noten aan te duiden. Dat is dus A, B, C, D, E, F en G. En dan begint het weer bij A.

Notenbalk

Meestal als je iets gaat schrijven, gebruik je lijntjes zodat je netjes rechtdoor schrijft, en het daarna ook makkelijker is om te lezen. Die lijntjes gebruik je ook als je muzieknoten wilt opschrijven, zodat je gemakkelijk en snel kan zien welke noten je moet spelen of zingen.  Voor de muzieknoten gebruik je niet één lijntje, maar je gebruikt er wel vijf! En die vijf lijnen noemen we een notenbalk. Het is een lijn waar je je noten op schrijft.

Toonladders

Een toonladder is een rij van 7 verschillende tonen achter elkaar. Dit zijn dus de noten A, B, C, D, E, F en G. toonladders zijn eigenlijk verdeeld in twee delen. De diatonische en de niet-diatonische toonladder. Het woord ‘diatonisch’ is een toonladder die opgebouwd uit bijvoorbeeld halve noten, hele noten, kwartnoten, enzovoort. En de niet-diatonische toonladder is opgebouwd uit andere combinaties van de muzieknoten.

Akkoorden

Het meest simpele akkoord bestaat uit drie noten die tegelijkertijd te horen zijn. Als er drie of meer tonen samenklinken, dan noem je dat een akkoord, ook wel ‘drieklank’. De afstanden tussen deze tonen beslissen de klank van een akkoord. De meest eenvoudige akkoorden zijn drieklanken; zij hebben drie verschillende tonen en zijn meestal een Majeur of een Mineur. Dat betekent, de afstand tussen de grondtoon en de toon daarboven, de terts, groot of klein is. Majeur betekent een grotere afstand tussen de grondtoon en de toon daarboven. Mineur betekent een kleinere afstand tussen de grondtoon en de toon daarboven. Als er een een vierde of vijfde toon bij komt, maakt het akkoord ingewikkelder. Hoe meer verschillende tonen een akkoord heeft, hoe moeilijker hij te gebruiken in het hele samenspel van tonen.